Hoeveel kamerplanten heb jij eigenlijk? Een korte periode zijn kamerplanten niet zo populair geweest, maar vandaag de dag is een woning of kantoor zonder groene accenten bijna ondenkbaar. Mensen hebben een behoefte aan de natuur en in streken zoals de onze is dat groen nu eenmaal niet altijd beschikbaar in de koudere seizoenen. Om die reden zou je kunnen vermoeden dat in ons land kamerplanten door de eeuwen heen altijd een onderdeel van de tradities heeft uitgemaakt. Dat is echter niet het geval. Pas rond 1850 werden kamerplanten echt geïntroduceerd in ons land. Wat de achtergrond daarvan was en hoe het verder ging met het groen in huis kan je hieronder verder lezen. Een beknopte geschiedenis van de kamerplant.
Inhoudsopgave
Planten gedurende de periode voor 1850
Gedurende een groot deel van de geschiedenis was het verschil tussen arm en rijk erg groot. Ook vandaag kennen we die verschillen nog, maar arm is in het rijke westen een relatief begrip in vergelijking met de periode voor 1850. Vrijwel zeker werd in de woningen van de armeren ook af en toe plukboeket in een eenvoudige vaas gezet. Eetbare kruiden werden in bakjes gekweekt om de maaltijden wat extra smaak te geven. Maar ieder lapje grond dat een armere boer of burger bezat, werd verder gebruikt voor de productie van voedsel. Alleen de echt rijken konden zich een siertuin permitteren met daarin bomen en planten, verzorgd door professionele tuinlieden.
Toen de tijd van de ontdekkingsreizigers was aangebroken, werden steeds meer exotische planten naar onze streken gebracht. Vanaf de 17e eeuw werden ook handelslieden steeds rijker. Ze lieten luxe buitenverblijven bouwen omringd met mooie tuinen. Een oranjerie waar exotische planten konden overleven werd een vanzelfsprekend onderdeel van dergelijke landhuizen.
Vanaf wanneer werd de kamerplant populair?
Rond 1850 was de industrialisatie van West- Europa in volle gang. Dat zorgde er ook voor dat kamerplanten in zwang kwamen vanwege een aantal redenen.
1. Verstedelijking
Waar tot dusverre de meeste mensen in dorpen redelijk dicht bij de natuur hadden geleefd, ontstond er nu een enorme trek naar de industriesteden. Hier ontbrak de ruimte voor groen in de stad al snel.
2. Toegenomen welvaart
De industriële revolutie zorgde voor een enorme armoede onder een groot aantal arbeiders. Maar er ontstond ook een nieuwe groep in de maatschappij. De zogenaamde witte-boorden moesten de fabrieken managen en zorgen voor inkoop, verkoop, boekhouding en dergelijke zaken. Deze werknemers werden beter betaald dan de gemiddelde werknemer en ze hadden meer vrije tijd. Hierdoor ontstond interesse in kamerplanten om een stukje groen in de eigen woning te realiseren (en soms ook een klein siertuintje).
3. De plantenteelt had zich verder ontwikkeld
De overgang van de natuur naar een potje in de huiskamer is voor de meeste planten een brug te ver. Maar in de oranjerieën van de rijken was er inmiddels een paar eeuwen geëxperimenteerd met het ‘veredelen’ van planten. Ook van de meer exotische planten waren exemplaren beschikbaar die sterk genoeg waren om het (tijdelijk) vol te houden in de huiskamer. De overgang voor de meeste planten was dus minder groot dan ze toen ze voor het eerst in ons klimaat terecht kwamen.
4. Gezondheid
In de 19e eeuw was al bekend dat planten voor zuurstof zorgden en daarmee de lucht zuiverden. Ook begreep men dat planten een kalmerende invloed hebben op mensen. In ziekenhuizen werden kamerplanten op de afdelingen geplaatst. ‘Experts’ meenden ook dat kamerplanten een positieve invloed zouden hebben op de gezondheid zowel lichamelijk als geestelijk van de arbeiders.
Welke kamerplanten waren vroeger populair?
Hadden ze vroeger dezelfde planten als nu in de huiskamers staan? Welke planten waren in eerder eeuwen eigenlijk populair als kamerplant?
Kamerplanten van 1850-1945
Toen de kamerplanten in de mode kwamen waren de omstandigheden in de meeste woningen niet te vergelijken met de huidige tijd. In de periode 1850-1900 was er door gebrek aan goed glas maar weinig licht in de meeste woningen. De temperatuur en de luchtkwaliteit was ook niet echt geschikt voor de meeste planten. Varens waren in eerste instantie de enige soort die deze omstandigheden konden overleven. Na 1900 werden de omstandigheden beter en daardoor konden ook andere planten in de kamer worden gebruikt zoals: palmen, begonia’s, primula’s, bromelia’s, orchideeën, cineraria’s, fuchsia’s, hedera’s, clivia’s en cyclamen. Opmerkelijk werd gekozen voor bloeiende planten boven de groene exemplaren. Kleur was gewild.
Na de Tweede Wereldoorlog
Met de toenemende welvaart en de meer luxueuze omstandigheden in de woningen nam ook de belangstelling in kamerplanten explosief toe. Soorten raakten in de mode of verdwenen daar ineens weer uit. In de jaren 70 werden groene planten met grote bladeren populair zoals ficus, dieffenbachia en de sierasperges. Vanwege de rechte lijnen die in deze tijd trendy werden in het interieur, zag men ook steeds meer planten die daarbij pasten zoals yucca, koffieplant en sanseveria.
Tegen het eind van de 20e eeuw
In deze periode leken de groene planten het definitief gewonnen te hebben van de bloeiers. Hoe exotischer hoe beter gold in deze tijd. Door kruisingen werd gepoogd om vrijwel iedere plant geschikt te maken voor de huiskamer. Het was ook de tijd dat de vraag naar exotische planten voor de sier sommige planten zoals zeldzame cactussen ging bedreigen.
Welke planten zijn nu populair?
In onze tijd is er een terugkerende belangstelling naar planten met grote bladeren, palmen zijn hierbij favoriet. Maar ook bloeiende planten winnen weer terrein. Populair zijn bijzondere exemplaren, zoals hortensia’s voor binnen en diverse soorten orchideeën.
Bekijk ook:
- 10 ijzersterke kamerplanten die weinig verzorging nodig hebben
- Een graslelie stekken, wanneer, hoe en wat als het niet lukt?
- De 10 beste planten voor op de vensterbank
Dit artikel bevat affiliate links. Als je hierop klikt en een bestelling plaatst, ontvangen wij een percentage, maar jij betaalt gewoon het normale bedrag voor je product.